Dag 46: ‘Het nieuwe normaal’
Even recapituleren:
Maandag 16 maart 2020. De wereld is in de ban van het coronavirus; ook Nederland kan er niet langer aan ontkomen. Zeven miljoen mensen zien hoe Mark Rutte op televisie drastische maatregelen aankondigt om de besmettingscurve af te vlakken en de gevolgen van Covid-19 te beperken. Op de korte termijn: een semi-lockdown om ouderen en mensen met verminderde weerstand te beschermen en zo het aantal slachtoffers zo klein mogelijk te houden. Op de lange termijn: miljarden euro’s steun om de economie geen blijvende schade te berokkenen. Sindsdien is ‘het nieuwe normaal’ een steeds vaker gehoorde term geworden, in alle geledingen van de samenleving. Anderhalve meter afstand. Geen hand meer geven. Veel meer thuis werken. Veel minder reizen. Je medemens behandelen alsof hij melaats is. En wat al niet meer.
Ik ben heel benieuwd hoe ‘het nieuwe normaal’ er over een paar jaar uitziet. Is de samenleving dan inderdaad drastisch veranderd? Of verdringen we deze merkwaardige periode en gaan we gewoon weer terug naar hoe het was? Voor mezelf weet ik dat er in mijn manier van leven niet veel verandert. Ik reisde altijd al het liefst niet. Ik werkte altijd al het liefst thuis. Samenkomsten, verjaardagen en evenementen waren aan mij niet besteed. Ik hield altijd al mijn hart vast als er mensen in mijn gezicht hoestten of niesden. Als freelancer mis je opdrachten door een weekje ziek en moet je daarna dubbel zo hard werken. Het enige wat er misschien verandert is mijn gevoel erover. Voorheen moest ik mijn manier van leven altijd verdedigen op de een of andere manier. Nu is er meer begrip. Nu màg het. Momenteel móet het zelfs. Het nieuwe normaal is voor mij wat dat betreft vrij oud. Ik juich het dan ook best wel toe. We zijn er aan toe.
Wie overigens wat mij betreft ook echt aan een ‘nieuw normaal’ toe zijn, zijn de media. Die staan bol van de zwartgalligheid tegenwoordig. Er zijn live blogs waarin al het coronanieuws dagelijks wordt gebracht en de akeligste corona-berichten worden steeds op een negatieve manier uitgelicht. Vandaag op de NOS bijvoorbeeld: we hebben voldoende machines, maar te weinig testvloeistof. En als je dan verder leest: Nu kunnen er zo’n 7000 mensen per dag worden getest. Begin mei is er opgeschaald naar 8000 per dag. Dat is drie tot vier keer zoveel als een paar maanden geleden. Maar als men iedereen in Nederland met klachten zou willen testen, dan hebben we daar niet morgen de testen voor beschikbaar. Dus het ligt heel wat genuanceerder dan die kop doet vermoeden. Ook op de NOS: Duitse virologen: ‘Kinderen mogelijk net zo besmettelijk als anderen’ Hoezo? Is dat bewezen? Nee, helemaal niet: Kinderen kunnen wel eens net zo besmettelijk zijn als oudere leeftijdsgroepen en het coronavirus dus even makkelijk verspreiden. Dat stelt een Duitse onderzoekgroep onder leiding van topviroloog Christian Drosten. Uiterst vaag natuurlijk. Het is alleen nog maar een hypothese. Het is zo’n opmerking als: groene appels kunnen nog wel eens net zo zuur zijn als rode. Of: Duitse onderzoekers kunnen nog wel eens net zo onwetend zijn als Nederlandse. Het zegt helemaal niets. Waarom dan zo’n bericht? Wat is er leuk aan om mensen angst aan te jagen? Ik vind dat walgelijk. Het heeft meer met sensatiezucht te maken dan met journalistiek. Ik pleit voor een ‘nieuw normaal’ in de media. Of misschien eigenlijk wel voor een ‘oorspronkelijk normaal’, dus het normaal voor het huidige normaal, toen journalistiek nog was zoals journalistiek bedoeld was. Als je begrijpt wat ik bedoel.
Maar goed. Wie ben ik. Ik ben een huismus die het liefst in fictie wegduikt. Ik ga lekker verder met het schrijven van een podcast voor een lessenpakket. Tot de volgende keer!