Dag 22: stilte
Een stad gonst, dag en nacht, altijd. Hoe groter de stad, hoe harder het gegons. Toen ik zeventien was, hoorde ik als uit het veen getrokken Drent in Londen voor het eerst hoezeer een wereldstad gonst, de hele nacht door. Heel bijzonder vond ik dat. ‘Hier gebéurt het!’ dacht ik. Wist ik veel, toen.
Geloof het of niet, maar Zwolle gonst ook ’s nachts. Je hoort in de verte het immer doorrazende verkeer op de A28, treinen rijden af en aan, mensen komen en gaan, 24 uur per dag. Tot nu toe. Afgelopen nacht zat ik om een uur of elf nog even naar de sterren te kijken (doe ik graag) en het was doodstil. Ik hoorde bijna de haast volle maan schijnen en de sterren twinkelen, zo stil. Totdat ik een app-melding kreeg en en passant nog even mijn social media checkte. Op Instagram hoorde ik het volgende muziekje en het paste zo bij die ongewoon stille sfeer van de nacht in dit merkwaardige tijdperk, dat mijn ziel ervan openbarste. Ik heb het even opgenomen:
Bijzonder toch? Vooral als je weet dat couraje Spaans is voor courage, moed. Eronder stond dat het ‘l’oisseau de paix’ heet, van M. Magritte. Maar ik kan het verder nergens vinden. Dat maakt het eigenlijk nóg mooier, vind ik.